‘SCL 2.0 biedt meer houvast en is voor meer sectoren van waarde’

Er verandert van alles, maar eigenlijk ook weer niet zoveel. Kort door de bocht is dat wat er op bedrijven afkomt die werken met de Safety Culture Ladder-versie uit 2016 en over willen naar de nieuwe 2.0-versie. Hoe zit dat precies? Hanneke Jansen deed het op 4 juni tijdens het Safety Culture Ladder congres uit de doeken.

Jansen is senior adviseur cultuurverandering en in die hoedanigheid komt ze bij vele bedrijven over de vloer. ‘Ik geef vaak trainingen bij bedrijven over bijvoorbeeld veiligheidsbewustzijn. Ze zijn dan vaak verrast over de dingen die ik aan de orde stel. Ik kom er niet om vinkjes af te strepen maar om een goed gesprek te voeren over mensen en hun gedrag en behoeftes. Want een directeur kan wel zeggen dat veiligheid op één staat, maar hoe zorgt hij dat die boodschap overal landt in de organisatie en wat betekent dat dan? Dan gaat het over leiderschap en voorbeeldgedrag. Dat zijn in mijn ogen de meest cruciale elementen in je veiligheidscultuur.’

Inzicht

De Safety Culture Ladder past helemaal in het straatje van Jansen. ‘Ik werk graag met mensen en wat hen beweegt en de SCL past daar perfect bij. Het gaat niet over vinkjes maar over gedrag. What you see is what you get: hoe gedragen mensen zich in de praktijk afgezien van de regels die ze allemaal hebben afgesproken over veiligheid? Wat zie je in de praktijk als het daarop aankomt? De SCL geeft heel veel handvatten en biedt inzicht in hoe je als bedrijf kunt groeien om veiligheid te verbeteren. Zo is er de randvoorwaarde dat je als organisatie je V&G-gedrag moet definiëren, en die randvoorwaarde verandert niet naarmate je hoger op de ladder komt. Wat wel groeit en verandert is het gedrag van je mensen ten opzichte van die afspraken.’

Wijzigingen

Eind vorig jaar is een nieuwe versie van de SCL gepubliceerd, de SCL 2.0. ‘De versie uit 2016 was iets teveel op aannemers gericht’, licht Jansen de noodzaak tot verandering toe. ‘De wortels van de SCL liggen in de spoorwegbranche, dat accent op de bouwgerelateerde wereld zat er nog wat teveel in om ook van meerwaarde te zijn voor andere sectoren. De nieuwe versie is generieker en vrijer van aard juist om meer sectoren aan te spreken. Daar kleeft wel een mogelijk nadeel aan. Juist door de vrijheid die de nieuwe versie je geeft om bijvoorbeeld V&G-gedrag te definiëren, kun je je afvragen hoe dan, en met wie? Je wordt als bedrijf onmiddellijk geactiveerd maar dan moet je wel weten hoe je te werk moet gaan. Meer vrijheid, maar ook meer denkwerk dus.’ De nieuwe versie is ook wat beknopter en toegankelijker, zegt Jansen. ‘Maar het belangrijkste is dat de randvoorwaarden gedefinieerd zijn en het gedrag op de verschillende tredes ook. Hoe je komt tot bepaald gedrag is heel vrij, maar hoe dat gedrag eruit moet zien is heel concreet beschreven. Daar komt bij dat de definitie van V&G-gedrag is verbreed. Dat is een hele belangrijke ontwikkeling. In plaats van alleen de eigen werkvloer worden er ook ‘anderen en de omgeving’ bij betrokken, de belanghebbenden. En het gaat expliciet niet alleen over fysieke veiligheid, maar ook over gezondheid, welzijn, psychologische veiligheid en wat voor jou het meest van toepassing is zoals digitale veiligheid. Met andere woorden, je kunt als bedrijf je veiligheid wel op orde hebben, maar dat houdt niet op bij de poort. En het is veel breder dan veel bedrijven denken. Welk effect heeft jouw organisatie bijvoorbeeld op je buren? Of jouw ketenpartners? De nieuwe SCL is dus veel breder, wat betekent dat je wordt uitgedaagd anders te gaan denken over je bedrijfsvoering in de 2.0-versie.’

Trede 1 beschreven

Jansen benoemt tot slot nog twee veranderingen. In de nieuwe versie zijn in plaats van zes vijf thema’s terug te vinden. ‘Die hebben ook allemaal een andere naam gekregen’, aldus Jansen. ‘Wat ook nieuw is, is dat trede 1 nu concreet beschreven is. Hoe gedraagt een ‘trede 1-bedrijf’ zich? Door dat vast te leggen ontstaat er een mooi illustratief beginpunt dat organisaties kunnen gebruiken om hun positie vast te stellen.’

Geen extra werk nodig

Er verandert dus behoorlijk wat, maar wat moeten bedrijven nu concreet doen om zich voor te bereiden op de 2.0- versie? ‘Eigenlijk niets extra’s dan wat ze nu al doen. Er is een weging geweest met proefaudits en daaruit is gebleken dat bedrijven in de 2.0-versie dezelfde trede behalen als in de versie uit 2016. De oude trede 2 bijvoorbeeld, is net zo zwaar als in de nieuwe versie. Ik zou bedrijven adviseren om zich toch te laten certificeren tegen de nieuwe versie omdat die meer houvast geeft over wat je als organisatie nog te doen hebt om de veiligheid te verbeteren. Maar wat betreft de zwaarte en voorbereiding op een audit verandert er niets.’

Rapportages

Wat ook verandert in de nieuwe SCL-versie, zijn de auditrapportages. ‘De weging is veranderd. Voorheen werkte de SCL met een puntensysteem, dat zijn nu kleuren geworden. Per thema kun je rood, oranje of groen behalen. Het meest waargenomen gedrag staat daarbij centraal. Gedrag weegt zwaarder dan wat er randvoorwaardelijk is geregeld. En het is dus niet zo dat als één persoon trede 1-gedrag laat zien onmiddellijk het certificaat wordt afgenomen. Er wordt goed gekeken naar het meest voorkomende gedrag binnen de organisatie. Uitschieters kunnen er altijd zijn. ’Het nieuwe stoplichtsysteem betekent ook dat de uitruil van punten zoals die voorheen wel eens kon plaatsvinden, nu verleden tijd is. ‘Je kunt als bedrijf niet meer gaan schuiven met punten of calculerend gedrag vertonen. Alles wat je doet moet goed genoeg zijn.’

Alleen een gesprekje

De bevindingen uit de rapportages bevatten voor bedrijven veel nuttige handvatten om verder mee aan de slag te gaan. En dan komt Jansen toch weer terug bij het begin van het gesprek waar ze aangeeft dat bedrijven vaak verrast zijn door de dingen die ze vraagt of die tijdens een audit gevraagd worden. ‘‘Auditoren vragen niet om stapels papier maar voeren een open gesprek over veiligheid. Ik heb wel eens gehoord dat een directeur van een bouwbedrijf zei dat de auditoren ‘alleen een gesprekje over het werk’ hadden gevoerd en dat vonden ze toch een beetje raar. Maar hij stond uiteindelijk wel versteld van het eindrapport omdat daarin precies stond beschreven hoe zijn bedrijf ervoor stond. Dat zegt eigenlijk alles.’

Bedrijven hebben nog tot 1 januari 2025 de tijd om zich eventueel nog tegen de oude versie te laten hercertificeren. Vanaf 2028 is alleen nog certificering op de nieuwe versie mogelijk.