Willemien Bosch is directeur van Koninklijke NLingenieurs, de Nederlandse branchevereniging van advies-, management- en ingenieursbureaus. Op de site van de vereniging staan in een keurige rij kolommen de overkoepelende, maatschappelijke thema’s van haar leden. Bouwkwaliteit en Veiligheid staat links bovenaan. Een belangrijk thema! Bosch ging naar aanleiding van haar bijdrage op het congres over de Safety Culture Ladder met NEN in gesprek over wat de ladder voor haar branche kan betekenen en hoe het eigenlijk gesteld is met de veiligheidscultuur bij ingenieursbureaus.
Bosch is van huis uit architect en werkt nu een kleine twee jaar bij NLingenieurs. ‘Onze leden hebben vaak wel een overlap met architectenbureaus, maar we vertegenwoordigen uitsluitend de ingenieurs- en adviesbureaus. Dat varieert van klein tot groot. Onze leden werken in de ontwerpfase ook regelmatig samen met architectenbureaus. Onze werkwijze kenmerkt zich overigens ook doordat wij in de hele keten aanwezig zijn, vanaf beleidsontwikkeling en ontwerp tot uitvoering, beheer en onderhoud.’
Grenzen
Veel leden van NLingenieurs zijn al gecertificeerd volgens de SCL, zegt Bosch. ‘Maar het kan altijd beter. Als branche hebben we het vergroten van de veiligheid hoog in het vaandel staan, vandaar dat we ook ‘ja’ hebben gezegd tegen de paneldiscussie van 4 juni. Het gaat daarbij wat ons betreft om fysieke en sociale veiligheid, waarin wij als ketenpartner een rol hebben te spelen. Standaardisatie en eenheid van taal zijn daarbij belangrijk. Zo kun je over de grenzen van je eigen werk heen met elkaar praten over wat je nu precies bedoelt.’
Keten
Binnen de branche van ingenieursbureaus speelt die keten een belangrijke rol als het gaat om veiligheid, zo licht Bosch toe. ‘Omdat wij overal in de keten actief zijn, is het spectrum aan veiligheidsissues heel breed. We adviseren over aanbestedingen, werken samen in consortia en zijn van ontwerp tot uitvoering bij projecten betrokken.’ De aandacht voor veiligheid door die keten heen is enorm gegroeid na het instorten van een parkeergarage in aanbouw in Eindhoven in 2017, herinnert Bosch zich. ‘Naar aanleiding van het rapport ‘Bouwen aan constructieve veiligheid’ over dit incident dat is opgeteld door de Onderzoeksraad voor Veiligheid, is de markt zelf aangesproken op de verantwoordelijkheid om de veiligheid te verbeteren. Daaruit is het programma ‘Veiligheid in de Bouw’ voortgekomen. In dat programma werken marktpartijen samen met opdrachtgevers aan het verbeteren van de veiligheid. Helaas hebben we nog steeds te maken met incidenten, zoals het ongeluk met een kraan op het spoor bij Voorschoten in 2023 en het ongeluk met het brugdeel in Lochem in februari van dit jaar.’ Dit benadert het belang van instrumenten als de SCL om de veiligheid de verbeteren. Het blijft nodig. De SCL en het verhogen van de veiligheid moet volgens Bosch vanuit de keten worden bezien. ‘We willen niet alleen het ontwerp maken en de aannemer dan maar zijn ding laten doen. We zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een veilige werkomgeving.’
Goede kant op
Bosch heeft het idee dat het qua bewustzijn over veiligheid de goede kant opgaat in haar branche. ‘Veel leden zijn gecertificeerd voor de SCL. Ik merk dat het onderwerp leeft als ik onze leden bezoek. Je voelt vrij snel hoe het gesteld is met het veiligheidsbeleid, al is het maar omdat ik mijn badge goed zichtbaar moet dragen of mijn auto achteruit moet inparkeren. Zo merk je dat leden actief met veiligheid bezig zijn. Voor onze grote leden is SCL-certificering vanzelfsprekender dan voor onze middelgrote en kleine leden. Daar worden de audits in sommige gevallen nog als belastend ervaren en weegt de administratieve last niet altijd op tegen de opbrengsten. Maar over het algemeen heb ik de indruk dat de meeste leden heel positief staan tegenover de SCL. Dat blijkt ook uit het feit dat leden zich meestal voor 100 procent audits opgeven. Ze zien er dus echt de waarde van om hun bedrijfsprocessen te verbeteren.’
DNA
Het grote voordeel van het werken met projecten waarbij een SCL-certificatie wordt gevraagd, is volgens Bosch dat veiligheid dan als kernwaarde van dat project wordt gezien. ‘Het is niet iets wat ‘ook even meegenomen wordt’ of wat ook afgevinkt moet worden. Veiligheid moet in het DNA van projecten zitten.’
Uitdagingen
Een uitdaging voor de SCL ziet Bosch in het voorbeeldgedrag van opdrachtgevers. Wanneer trede 3 wordt voorgeschreven in een aanbesteding, helpt het wanneer de opdrachtgever zelf ook op minimaal op dat niveau staat. Een andere uitdaging vormt de opleiding. In de opleiding zou meer aandacht moeten komen voor het feit dat een gebouw ook daadwerkelijk gemaakt wordt. ‘Nu is het meer ontwerpgericht’, legt Bosch uit. ‘De maakbaarheid en wat daarbij komt kijken is van belang. Net als beheer en onderhoud. Binnen de bureaus zit dat inmiddels wel goed ingebed in interne opleidingen, maar het zou tijdens de studie een prominentere plek mogen krijgen.’
Kansen
Er zijn ook kansen voor bureaus om beter samen te werken op het gebied van veiligheidscultuur. ‘Meer voorbeelden benoemen van wat goed gaat zou een mooie start zijn. Net als leren van incidenten. Maar dat laatste is vaak lastig om te delen omdat je met zaken als aansprakelijkheid of imagoschade te maken krijgt.’ Bosch ziet ook een grotere rol weggelegd voor de koplopers in de branche wat betreft de SCL. ‘Hun zichtbaarheid mag veel groter worden vind ik. Het event van 4 juni was een mooie gelegenheid om het belang van vergroten van de veiligheid nogmaals te benadrukken en goede voorbeelden voor het voetlicht te brengen.’